Slagvaardigheid Vereniging Rembrandt: het monistisch bestuursmodel
Vandaag word ik, Jan Sebel, hartelijk ontvangen bij de Vereniging Rembrandt aan de Denneweg in Den Haag. Aan tafel zitten Geert-Jan Janse en Leonie Pels Rijcken, respectievelijk directeur en bestuurssecretaris/adjunct-directeur van de Vereniging Rembrandt. Met hen heb ik een interessant gesprek over het bestuursmodel van de Vereniging Rembrandt.
In toezichtland zijn verschillende bestuursmodellen mogelijk en Vereniging Rembrandt hanteert een, in Nederland minder gebruikelijk model, namelijk het monistisch bestuursmodel. Dit model is te vergelijken met het Angelsaksische one-tier model. Om meer inzicht te krijgen in de wijze waarop de Vereniging Rembrandt dit model toepast, vertellen Geert-Jan en Leonie eerst iets meer over Vereniging Rembrandt.
Vereniging Rembrandt: Sinds 1883
De Vereniging Rembrandt zet zich al sinds 1883 in voor het Nederlands openbaar kunstbezit. Dankzij de betrokkenheid en vrijgevigheid van haar 17.500 leden en in goede samenwerking met de musea vergroot de vereniging de publieke belangstelling voor onze gezamenlijke kunstcollecties en maakt zij aankopen, onderzoek en restauraties mede mogelijk. Als particuliere organisatie is de Vereniging Rembrandt overkoepelend, onafhankelijk en bevlogen, en handelt zij vanuit haar expertise.
Het monistisch bestuursmodel
In het Raad-van-Toezicht-model is voor iedere steunverlening goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist. Omdat dit model de slagvaardigheid van deze vereniging niet ten goede komt is gekozen voor een monistisch bestuursmodel, waarbij het bestuur gevormd wordt door de uitvoerend bestuurder (directeur) en de huidige twaalf niet-uitvoerende bestuurders.
In een bestuurlijk reglement zijn de verschillende taken en verantwoordelijkheden van zowel de uitvoerend bestuurder als de niet-uitvoerende bestuurders vastgelegd. Zo behoort de toekenning van de steunverlening tot de exclusieve taak van de niet-uitvoerende bestuursleden. Dit borgt de onafhankelijke positie van de uitvoerend bestuurder ten opzichte van de musea.
Aanvragen voor steunverlening gaan vergezeld van een onafhankelijk preadvies, veelal opgesteld door leden van de raad van adviseurs en worden beoordeeld in de bestuursvergaderingen. De beoogde aankoop dient zowel van toegevoegde waarde te zijn voor de collectie van het aanvragende museum als voor het Nederlands openbaar kunstbezit in nationale, regionale dan wel lokale context. De uitvoerend bestuurder faciliteert het proces van de aanvraag en heeft een informerende rol richting de musea en de niet-uitvoerende bestuurders. Zo wordt bijvoorbeeld aandacht gevraagd voor de conditie, de prijs en de herkomst van het kunstwerk.
Voor het werven van bestuursleden wordt gewerkt met gedetailleerde profielschetsen. Zo is de vertegenwoordiging van kunsthistorici met verschillende expertises van belang, zoals die van de 17e-eeuwse schilderkunst, toegepaste kunst en moderne en hedendaagse schilderkunst. Maar ook die van bestuursleden met bijvoorbeeld kennis en ervaring op het gebied van marketing en financiën. De vereniging heeft dan ook relatief veel bestuurders. Ofschoon besluiten worden genomen door de niet-uitvoerende bestuurders, heeft het bestuurslid met de specifieke deskundigheid op een bepaald gebied vanzelfsprekend een belangrijke inbreng.
Binnen het bestuur wordt tevens aandacht besteed aan mogelijke belangenverstrengeling. De regels hieromtrent zijn vastgelegd in het Protocol Steunverlening.
Duidelijke scheiding
Zoals bij iedere vereniging is ook bij de Vereniging Rembrandt de algemene ledenvergadering (ALV) het hoogste orgaan. De ALV verleent goedkeuring aan onder meer de benoeming van de leden van het bestuur en de raad van adviseurs. De Vereniging Rembrandt is tevreden met het functioneren van dit bestuursmodel. Het monistisch bestuursmodel biedt de mogelijkheid een duidelijke scheiding tussen bestuurs-en toezichtstaken te definiëren, waarbij de niet-uitvoerende bestuursleden exclusief beslissen over de steunaanvragen.
Jan Sebel, penningmeester ITGD, js@itgd.nl