Filantropie en duurzaamheid als natuurlijke partners
Kranten staan er bol van: vrijblijvendheid is een gepasseerd station, grote stappen zijn nodig. Nieuwe wet- en regelgeving op het vlak van ESG dient zich aan. Twee Brusselse afkortingen zijn leidend: CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) en ESRS (European Sustainability Reporting Standards). En in Nederland stelt de geactualiseerde Corporate Governance Code duurzame (!) creatie van lange-termijnwaarde centraal.
Verweggistan voor goede-doelenorganisaties? Integendeel. Grote bedrijven en organisaties zijn weliswaar het eerst aan de beurt, maar goede-doelenorganisaties kunnen uit de nieuwe ontwikkelingen inspiratie putten bij het aanscherpen van hun MVO-beleid. Als ze slim zijn sorteren ze voor op de gevolgen van toekomstige wet- en regelgeving. Ook zijn er kansen voor samenwerking want ketenverantwoordelijkheid raakt uiteindelijk alle organisaties.
Veranderbaarheid vereist veranderingsbereidheid. Interne toezichthouders kunnen een belangrijke rol spelen bij het delen van dilemma’s en het verzamelen van best practice. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan want lang niet alle interne toezichthouders hebben expertise op dit gebied. Ze zijn vaak van goede wil, willen verantwoordelijkheid nemen voor de eigen goede-doelenorganisaties, maar vinden het lastig om aangesproken te worden op ‘ketenimpact’.
Niet-financiële informatie
Hier stuiten we op het begrip ‘dubbele materialiteit’ (aanvullend op de financiële materialiteit) waarmee ook de impact van de goede-doelenorganisaties op de mens en de omgeving wordt verantwoord. Hier schuilt een grote uitdaging want hoe betrouwbaar is de benodigde niet-financiële informatie en de toepassing daarvan in het beslissingsproces? Sommige niet-financiële zaken, zoals invloed op mens en milieu, zijn immers moeilijk weegbaar (imponderabilia).
Met de komst van de CSRD ligt er een belangrijke taak voor het bestuur, de accountant en de interne toezichthouder. Want de bruikbaarheid van geïntegreerde verslaggeving en niet-financiële informatie stelt hoge eisen aan de interne controle van de organisatie. Er zijn ook kansen. Filantropie en duurzaamheid lijken elkaars natuurlijke partners. Ze vinden elkaar in de combinatie van lange-termijnoriëntatie en het dienen van algemeen nut.
Er staat veel op het spel, de planeet is de uitputting nabij. Duurzaamheid vereist een intensieve verbouwing van de samenleving. Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz, een van de belangrijkste economen van de VS, zei onlangs in Het Financieele Dagblad: ‘We moeten de planeet redden, alle andere crises zijn secundair.’ Geïntegreerde verslaggeving kan daarbij helpen. Ook al zal er altijd een spanning zijn tussen relevantie en volledigheid van data.
Weerstand
De EU boekt weliswaar vooruitgang op het gebied van duurzaamheid, maar er is nog een lange weg te gaan. Brussel meet duurzaamheid aan de hand van zeventien doelstellingen die de VN in 2015 hebben aangenomen. De vooruitgang op milieugebied hapert door weerstand tegen klimaatplannen zoals reductie van de CO₂-uitstoot met 55% vóór 2030. Ook het verlies aan biodiversiteit is een aandachtspunt dat soms wat dreigt onder te sneeuwen.
We weten het: klimaat trekt zich niets aan van de weerstand tegen de Green Deal die de EU moet omvormen tot een hulpbronnenefficiënte economie. Vluchten kan niet meer. De duurzaamheidsrichtlijn CSDR is opgenomen in het Europees publicatieblad en de eerste nieuwe standaarden zijn gepubliceerd. Er zijn nog schuivende panelen maar verankering van de groene richtlijn in Nederlandse wetgeving lijkt een kwestie van maanden.
Informatiebehoefte
Interne toezichthouders op goede-doelenorganisaties zullen de CSRD als groene richtlijn moeten plaatsen in het kader van de toegenomen informatiebehoefte over duurzaamheidsprestaties. Belangrijke gebruikersgroepen zijn enerzijds beleggers en vermogensbeheerders en anderzijds maatschappelijke organisaties en sociale partners. Groen worden maakt goed intern toezicht en accountantscontrole in de roaring twenties van de 21-ste eeuw relevanter dan ooit.
Inspirerend toezichthouden op goede doelen is niet iets is wat je er even bij doet. Effectief toezien op organisaties is complex en vereist a cool eye and a quiet heart. Interne toezichthouders hebben qua duurzaamheidsambities heldere inzichten, concrete doelen en bewezen transformatiemethoden nodig. Anticiperend op nieuwe regelgeving en verwachtingen van kritische stakeholders en jongere generaties. Regelgeving biedt een belangrijke prikkel.
Bert Koopman is hoofdredacteur van filantropie platform DDB, onderdeel van Walburg Pers | AUP. Hij schreef deze bijdrage op persoonlijke titel.
Vragen die interne toezichthouders zichzelf kunnen stellen:
Hoeveel tijd besteden we tijdens vergaderingen aan ESG-onderwerpen?
Hoe balanceren we de thematiek (environmental, social, governance)?
Stellen we een commissie in of is ESG een gezamenlijke verantwoordelijkheid?
Hoe krijgen we de juiste dilemma’s en de best practice op tafel?
Doen sleutelfiguren op wie we toezicht houden wat ze beloven?
Hoe versterken we de niet-financiële of ESG-prestaties van de organisatie?
Hoe maken we ESG zichtbaar, meetbaar, transparant en vergelijkbaar?
Hoe ver zijn we met de ESG-strategie, tijd voor een health check?