Overheid kondigt wijzigingen aan in ontwikkelingshulp
Samenvatting van de kamerbrief: Toekomst samenwerking met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingshulp
Drempelverhogingen
In de kamerbrief van minister Klever van vandaag, 11 november 2024, heeft de Nederlandse overheid de hoofdlijnen aangekondigd van het nieuwe beleidskader voor samenwerking met maatschappelijke organisaties in de periode 2026-2030. Een centrale maatregel is de verhoging van het drempelcriterium voor niet-overheidsfinanciering van 25% naar 50%. De overheid geeft aan dat het doel van deze maatregel is om de onafhankelijkheid van maatschappelijke organisaties van overheidsfinanciering verder te stimuleren. Organisaties in de goede doelen sector zullen dit nader moeten analyseren op de mogelijke implicaties voor hun werking.
Bezuinigingen
Naast de drempelverhogingen kondigt de overheid ook aan dat er substantieel minder budget beschikbaar zal zijn voor het nieuwe beleidskader, als gevolg van bezuinigingen op ontwikkelingshulp. Het indicatieve budget van €390-565 miljoen voor 2026-2030 ligt aanzienlijk lager dan de €1,47 miljard voor het huidige kader in 2021-2025. Deze daling in beschikbare middelen zal onvermijdelijk consequenties hebben voor de activiteiten en reikwijdte van maatschappelijke organisaties in ontwikkelingslanden. Organisaties zullen dit nauwgezet moeten monitoren en de gevolgen voor hun werk in kaart brengen.
Veranderde focus
De overheid stelt dat het nieuwe beleidskader zich vooral zal richten op het versterken van lokale maatschappelijke organisaties in ontwikkelingslanden, in plaats van de huidige praktijk van financiering van pleit- en beïnvloedingsactiviteiten vanuit Nederland. Deze nadruk op lokaal eigenaarschap kan positief worden ontvangen, maar organisaties zullen ook de gevolgen moeten analyseren voor hun huidige rollen op het gebied van belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding.
Complexe financieringsconstructies
De overheid kondigt aan dat de financieringsconstructies onder het nieuwe kader sterk zullen worden vereenvoudigd, omdat de huidige complexe consortia en partnerschappen vaak hoge indirecte kosten met zich meebrengen en het lokaal eigenaarschap onvoldoende bevorderen. Hoewel efficiëntere financiering op zichzelf positief kan worden ontvangen, zullen organisaties ook de mogelijke gevolgen moeten bezien voor hun bestaande samenwerkingsverbanden en expertise-uitwisseling.
Concluderend
De aangekondigde beleidswijzigingen zullen voor maatschappelijke organisaties in de goede doelen sector vragen om zorgvuldige analyse en monitoring van de mogelijke implicaties. Het is aan de organisaties om de gevolgen voor hun werk in kaart te brengen en hierop te anticiperen, teneinde de continuïteit en impact van hun activiteiten in ontwikkelingslanden te waarborgen.